Column: Waarom we het taboe rond menstruatie moeten verbreken

Wereldwijd menstrueren maandelijks twee miljard vrouwen. Elke willekeurige dag zijn dit er 800 miljoen. Toch heerst er nog veel onwetendheid en schaamte rondom dit onderwerp. Het wordt tijd om het taboe te doorbreken en openlijk te praten over een onderwerp dat zo’n groot deel van ons leven beïnvloedt.

Onwetendheid
Gebrek aan kennis over menstruatie heeft nadelige gevolgen voor de levens en de gezondheid van vrouwen. Neem bijvoorbeeld endometriose (een aandoening waarbij weefsel buiten de baarmoeder zit). Endometriose is, ondanks dat één op de acht vrouwen in Nederland er last van heeft, nog steeds een relatief onbekende aandoening. De buikpijnklachten die wijzen op endometriose hebben veel weg van ‘gewone’ menstruatieklachten, maar dan in extreme mate. Daarom worden ze al snel afgedaan als ‘maandelijkse ongemakken’ – zo niet door de huisarts, dan wel door vrouwen zelf. Zo kan het jaren duren voordat de juiste diagnose is vastgesteld.

Vrouwenprobleem
Hoewel voornamelijk vrouwen direct te maken krijgen met menstruatie, is begrip en kennis over dit onderwerp voor iedereen van belang. Vaak wordt menstruatie gezien als een ‘vrouwenprobleem’, daarom volgen hier enkele redenen op een rijtje waarom het óók mannen aangaat:

  1. Gezondheid en welzijn begrijpen: Beter begrip van wat vrouwen doormaken;
  2. Ondersteuning in de opvoeding: Betere begeleiding van dochters tijdens hun puberteit;
  3. Taboes doorbreken: Bijdragen aan openheid en gendergelijkheid;
  4. Ondersteuning op de werkplek: Beter beleid en begrip voor menstruatiegerelateerde kwesties;
  5. Gezamenlijke verantwoordelijkheid: Bijdragen aan een inclusieve en ondersteunende samenleving;
  6. Medische zorg: Betere ondersteuning voor vrouwen met menstruatiegerelateerde gezondheidsproblemen.

Reclame en social media
Een ander aspect van menstruatieonwetendheid is de manier waarop menstruatiegerelateerde termen en onderwerpen vaak worden vermeden of gestigmatiseerd, zowel online als in traditionele media. Zo maken reclames van bijvoorbeeld maandverband (gelukkig steeds minder) nog altijd gebruik van blauwe vloeistof om menstruatiebloed aan te duiden. Maar ook termen zoals ‘de tijd van de maand’ versterken het stigma rondom menstruatie verder. Online zien we weer dat je voorzichtig moet zijn met je woordkeuze. Zo krijgt ‘sanitaire producten’ de voorkeur boven ‘menstruatieproducten’ en is het woord ‘menstruatiecyclus’ een van de vele woorden die vaak gemarkeerd worden omdat ze in strijd zijn met de communityrichtlijnen. Dit draagt allemaal bij aan het idee dat menstruatie iets is om je voor te schamen of te verbergen.

Hoe verder?
De onwetendheid rond menstruatie de wereld uit helpen zal niet van vandaag op morgen gebeuren; er is nog veel werk te verzetten. Het vereist een gezamenlijke inspanning van de hele samenleving. Maar laat je niet ontmoedigen! Een verschil maken is makkelijker en sneller gedaan dan je misschien denkt.

Denk bijvoorbeeld aan lessen over de menstruatiecyclus. Jongeren kennis overdragen over menstruatie maakt het allereerst bespreekbaar. Er ontstaat ruimte om misvattingen weg te nemen en bewustwording en begrip rond de menstruatie te verbeteren (laat dit nu net zijn waar wij ons voor inzetten ;-))

Daarnaast is een cultuuromslag nodig waarbij menstruatie niet langer als een taboe wordt gezien, maar als een normaal en natuurlijk onderdeel van het leven. Dit kan worden bevorderd door meer openheid en inclusiviteit in de media en reclame, waar menstruatie realistisch wordt afgebeeld en besproken. Tot slot is het van belang om de juiste termen te gebruiken. Dus menstruatie i.p.v. maandelijkse last of tijd van de maand.

Kortom, menstruatieonwetendheid heeft gevolgen voor vrouwen en de samenleving als geheel. Door te streven naar meer bewustwording rondom menstruatie, zal niet alleen de levenskwaliteit van velen verbeteren, maar kunnen we ook een inclusievere en begripvolle samenleving creëren.

Bronnen:

Rubriek: FAQ tijdens onze gastlessen Deel1: Gastles orgaan- en weefseldonatie & hersendood

Sterke daling mentale gezondheid van meiden.

Het is vandaag de dag van de psychische gezondheid. Om dit thema hangt nog steeds een groot taboe, terwijl juist erover praten zo belangrijk is. En hoewel we al jaren proberen dit taboe te doorbreken, blijkt uit de cijfers dat er bij jongeren juist een daling is in de mentale gezondheid.

Vooral bij meisjes is er een sterke daling. Zo bleek uit de cijfers van HBSC (Health Behaviour in School-aged Children). Waar in 2017 28% van de meiden in het voortgezet onderwijs emotionele problemen had, groeide dit in 2021 naar maar liefst 43%. Dat is bijna de helft van de meiden. En ook in groep 8 stegen de cijfers van 14% naar 33%.

Volgens de onderzoekers hangen deze cijfers samen met de coronacrisis. Zo ging de mentale gezondheid bij jongens ook sterk achteruit, maar dit was niet zo schrikbarend als bij de meiden. Veel jongeren geven hierbij aan last te hebben van prestatiedruk. Het is al langer bekent dat meiden hier meer last van hebben dan jongens.

Studiedag Depressie bij leerlingen:
Bij depressiviteit wordt vaak gedacht dat dit is voorbehouden aan volwassenen. Helaas klopt dit beeld niet met de realiteit. Duizenden jongeren lijden in Nederland aan een depressie, soms al op de basisschool. Wij bieden leerkrachten naast theorie, vooral praktische handreikingen voor omgaan met depressieve leerlingen. We helpen bij het op tijd signaleren van deze leerlingen en hoe je ze als leerkracht kunt begeleiden.

 

Brochure 2022-2023

Al 25 jaar verzorgt Edulin-Q in geheel Nederland gastlessen voor jongeren op scholen. We zijn daarbij gericht zijn op de persoonlijke ontwikkeling, groepsdynamiek en maatschappelijke betrokkenheid. Vanuit onze visie op lesgeven als kunst én als ambacht worden wij sinds 2020 ook veelvuldig gevraagd voor het verzorgen van studiedagen voor docenten op het gebied van gedragsproblematieken en mentale gezondheid. Door middel van ouderavonden zorgen we dat de speelruimte tussen school en thuis zo goed mogelijk benut kan worden voor een optimale ontplooiing van het kind, als leerling maar vooral als mens dat er toe doet, met al zijn eigenaardigheden. Deze brochure geeft een overzicht van alle gastlessen, studiedagen en ouderavonden van Edulin-Q die u kunt aanvragen voor uw school.

 

Waarom adhd vaak later ontdekt wordt bij meisjes

Bij adhd denken veel mensen meteen aan drukke jongetjes die niet stil kunnen zitten. Toch zijn er ook genoeg meisjes en vrouwen die de diagnose krijgen. Maar die komt meestal veel later dan bij jongens.

Mette Zwarst (14) uit Woubrugge kwam in de brugklas bij De Praktijk(4Kids) terecht. ,,Zo lang ik me herinner heb ik al moeite om me te concentreren, maar ik kwam daar terecht vanwege mijn tics. Ik had allerlei tics met mijn ogen en mond, maar ook met armen en benen en vocaal. Ik werd daar zo moe van dat ik in groep 8 bijna niks meer kon.”

Na behandelingen om de tics te verminderen en meer te accepteren, werd Mette getest. Daar kwam adhd uit. ,,Ik was wel blij dat er eindelijk een verklaring was.”

Door de diagnose heeft Mette, die nu in 4 vwo van het Ashram College zit, een oranje kaart. ,,Daarmee mag je bij toetsen apart zitten en krijg je 20 procent meer tijd. Voor mij is dat heel fijn, want ik moet iets soms wel vijf keer lezen voordat ik doorheb wat er staat. Daarnaast twijfel ik vaak erg over antwoorden. En hoe minder afleiding in het klaslokaal, hoe beter mijn toetsen vaak gaan.”

“Met allerlei trucjes kunnen zij het langer verbloemen, maar uiteinde­lijk lopen meisjes een keer vast”

– Kayleigh Hillebrand en Gwenny van Rijn, orthopedagogen

,,Met allerlei trucjes kunnen zij het langer verbloemen, maar uiteindelijk lopen meisjes een keer vast”, leggen orthopedagogen Kayleigh Hillebrand (25) en Gwenny van Rijn (31) uit. Ze zien bij De Praktijk(4Kids) in Alphen net zoveel jongens als meisjes met adhd. ,,Het is niet lastiger om adhd bij meisjes vast te stellen, maar vooral anders, omdat je veel meer de nuance moet opzoeken”, zegt Hillebrand.

Toch is er wel een groot verschil tussen de twee geslachten. ,,Vaak zien we jongetjes al vanaf 6 jaar, terwijl dat bij meisjes meestal pas in de middelbare schoolperiode is.”

“Bij meisjes met adhd slaat het vaker naar binnen toe”

– Gwenny van Rijn

Dromerige meisjes

Een verklaring voor dit grote leeftijdsverschil hebben de orthopedagogen wel. ,,Als jongetjes in groep 3 komen moeten ze toch meer stilzitten en leren en dan valt sneller op dat ze daar moeite mee hebben”, zegt Van Rijn. ,,Bij meisjes met adhd slaat het vaker naar binnen toe. Ze kunnen ook wel wiebelen op hun stoel of friemelen aan hun kleding, maar het zijn ook vaak dromerige meisjes die heel creatief, spontaan, assertief en extravert zijn. Maar ondertussen gebeurt er bij deze meisjes van binnen van alles dat voor de omgeving niet zichtbaar is.”

In hun hoofd is het vaak een drukke bedoening. Van Rijn: ,,Een leraar kan denken dat een meisje naar hem kijkt en dus oplet, maar ondertussen zit zij bijvoorbeeld te bedenken dat ze vanmiddag uit school cakejes gaat bakken.”

“Ze willen toch voldoen aan het nog steeds bestaande beeld dat meisjes rustig, braaf, geordend en ijverig zijn”

– Gwenny van Rijn

Maskeren

Een andere reden waarom meisjes met adhd vaak later in de geestelijke gezondheidszorg terechtkomen, is dat meisjes heel erg hun best doen om hun problemen te maskeren. ,,Ze willen toch voldoen aan het nog steeds bestaande beeld dat meisjes rustig, braaf, geordend en ijverig zijn”, zegt Van Rijn.

Ook voor leerkrachten is het lang niet altijd makkelijk om adhd te signaleren. Van Rijn: ,,Zij zien bijvoorbeeld alleen dat een leerling op tijd haar werkstuk inlevert, maar niet dat zij door uitstelgedrag uiteindelijk een nacht heeft doorgewerkt om het op tijd af te krijgen.” Hillebrand: ,,Als wij leerkrachten spreken in ons diagnostisch onderzoek horen we wel eens dat deze meisjes wat trager zijn of slordigheidsfoutjes maken, maar soms valt leerkrachten nauwelijks iets op. Meisjes met adhd zijn vaak heel goed in overcompenseren.”

“Op de middelbare school wordt er meer van ze verwacht qua zelfstan­dig­heid, plannen en organise­ren en dan vallen ze eigenlijk een beetje door de mand”

– Gwenny van Rijn

Op de middelbare school blijkt uiteindelijk dat ze toch professionele hulp nodig hebben. ,,Dan wordt er meer van ze verwacht qua zelfstandigheid, plannen en organiseren en dan vallen ze eigenlijk een beetje door de mand, omdat ze daar niet goed in zijn”, zegt Van Rijn. Hillebrand: ,,Er gebeurt in de pubertijd ook nog eens heel veel qua hormonen en sociale interactie wordt complexer.”

Dat merkte de 14-jarige Mette ook. Nu ze medicatie krijgt voor meer rust en concentratie, wordt ze door een coach geholpen om haar schoolwerk beter aan te kunnen. ,,Ik stel dingen vaak uit en heb moeite om ergens aan te beginnen. Daarom hebben we een planning gemaakt hoe ik toetsweken moet aanpakken. Met kleurtjes heb ik heel overzichtelijk wat en wanneer ik moet leren en doen.”

” Zij hebben soms zo op hun tenen gelopen of het gevoel gehad dat ze niets kunnen, dat ze in de loop der jaren een heel laag zelfbeeld hebben gekregen”

– Kayleigh Hillebrand en Gwenny van Rijn

Depressief

Regelmatig zien de orthopedagogen zulke meisjes pas wanneer ze zich melden met angstklachten of somberheid. ,,Dat zien we bij meisjes veel vaker dan bij jongens. Zij hebben soms zo op hun tenen gelopen of het gevoel gehad dat ze niets kunnen, dat ze in de loop der jaren een heel laag zelfbeeld hebben gekregen. Soms zijn ze zelfs depressief geworden of hebben ze een eetstoornis ontwikkeld.”

Als na uitgebreid onderzoek de diagnose adhd is gesteld, zijn veel meisjes daar volgens de orthopedagogen blij mee. ,,Omdat ze eindelijk niet meer zichzelf de schuld hoeven te geven van hun problemen, maar de oorzaak iets in hun hoofd is”, zegt Van Rijn. ,,Bovendien willen ze graag geholpen worden, omdat ze tegen dingen blijven aanlopen.”

“Kinderen leren hier bijvoor­beeld beter plannen, leren en reageren”

– Kayleigh Hillebrand

De behandeling van meisjes met adhd is heel uiteenlopend. ,,Psycho-educatie, waarbij wordt gewerkt aan zelfinzicht en acceptatie, is een heel belangrijke”, zegt Hillebrand. ,,Verder werken we vaak met cognitieve gedragstherapie om hun eigen negatieve gedachten over zichzelf te veranderen.” Ook mindfulness en executieve functietraining kan helpen. ,,Kinderen leren hier bijvoorbeeld beter plannen, leren en reageren.”

De twee orthopedagogen vinden dat er bij zowel ouders als leerkrachten meer bewustzijn moet komen voor adhd bij meisjes. ,,Voor een meisje dat last heeft van de stoornis geldt: hoe eerder de diagnose er is, hoe beter ze geholpen kan worden.”

 

Vijf tips voor de omgeving van meisjes met adhd
Orthopedagogen Kayleigh Hillebrand en Gwenny van Rijn geven tips voor ouders en leerkrachten van meisjes met adhd.
* Focus op de dingen die wel goed gaan en vergroot die uit. Omdat meisjes vaak al zo’n negatief zelfbeeld hebben en weinig zelfvertrouwen, is het belangrijk om het positieve te benadrukken en niet het negatieve.
* Probeer door een adhd-bril te kijken. Het is voor deze meisjes geen onwil, maar onmacht. Daarom is het heel belangrijk dat zij van hun omgeving het gevoel krijgen dat ze zichzelf mogen zijn en geaccepteerd worden.
* Praat met elkaar. Een open communicatie is heel belangrijk, want kinderen kunnen vaak best goed vertellen hoe ze zich voelen.
* Samen doen in plaats van tegenover elkaar staan. Ondersteun je kind door het bijvoorbeeld op gang te helpen als het moeite heeft om aan huiswerk te beginnen. Zoiets werkt nog beter door er vooraf afspraken over te maken, bijvoorbeeld: na schooltijd even een kwartiertje ontspannen en dan aan de slag.
* Bewegend onderwijs. Iedereen heeft baat bij bewegend leren, maar zeker kinderen met adhd. Zij zijn vaak minder gemaakt om stil te zitten op een stoel dus het zou fijn zijn als bewegend onderwijs genormaliseerd wordt.

Adhd Nederland

Anna Sarbo is coach bij Adhd Nederland en heeft zelf ook adhd.

Anna Sarbo is coach bij Adhd Nederland en heeft zelf ook adhd. © Stefan Segers

Bij Adhd Nederland coachen ze (jong)volwassenen met ‘een te vol hoofd’. Dit gebeurt met een eigentijdse aanpak met het motto ‘jezelf kunnen zijn’. Anna Sarbo (36) is coach bij Adhd Nederland en begeleidt mensen in de zoektocht om zichzelf te leren kennen.

Sarbo is ervaringsdeskundige. Toen ze negentien was, kreeg ze de diagnose adhd. ,,Ik presteerde goed bij mijn studie, kon baantjes vasthouden, was extravert en sociaal. Maar ik was altijd bezig mezelf te gedragen hoe ik dacht dat het moest. Heel vermoeiend. Daarnaast was ik grenzeloos, vooral met mijn eigen grenzen. Ik zei overal ‘ja’ op.”

“Of je nou wel of niet het label adhd hebt, je moet er uiteinde­lijk wel mee leren leven”

– Anna Sarbo (36), coach Adhd Nederland

Uiteindelijk belandde Sarbo bij een psycholoog. ,,Ik was hartstikke depressief en dat werd niet echt beter. Niemand had ooit naar de optie van adhd gekeken, totdat die diagnose bij mijn oudere broer werd gesteld. Pas toen is gekeken of ik dat ook zou kunnen hebben en dat bleek het geval. Er vielen direct allemaal puzzelstukjes op hun plek.”

Sarbo noemde de diagnose bevrijdend. ,,Het was een soort excuus. Ik kon mezelf niet de schuld geven, maar het kwam door iets in mij.” Het positieve effect van de diagnose was echter maar kortdurend. ,,Want of je nou wel of niet het label adhd hebt, je moet er uiteindelijk wel mee leren leven.”

Voor Sarbo betekende dat in eerste instantie dat ze Ritalin ging slikken. ,,Ik was zo blij, want door die medicatie had ik voor het eerst rust in mijn hoofd. Daardoor kon ik me weer concentreren en overzicht bewaren.” Tegelijkertijd hadden de pilletjes ook negatieve gevolgen. ,,Ik verloor mijn creativiteit en voelde me niet meer mezelf.”

Toen Sarbo een paar jaar later afgestudeerd was, stopte ze met de medicatie. ,,Het is heel fijn om gewoon jezelf te mogen zijn, alleen moet je eerst uitvinden wie je bent en wat je wilt. Dat is vaak een zoektocht voor mensen met adhd, omdat die zich jarenlang hebben aangepast. Dat doet heel veel met je zelfvertrouwen en zelfbeeld.”

“Het label adhd kan er juist voor zorgen dat het lastig is om iets moois te zien aan jezelf”

Anna Sarbo (36), coach Adhd Nederland

Ook Sarbo moest zichzelf opnieuw uitvinden. ,,Ik hoorde ook vaak van anderen dat er zoveel meer in me zat dan ik liet zien. Maar hoe kom je daar dan?”

Inmiddels begeleidt Sarbo als gediplomeerd coach volwassenen in deze zoektocht. Dat zijn mensen met de diagnoses adhd en zonder. ,,Lang niet iedereen is gediagnosticeerd of wil zich laten testen, maar voor iedereen geldt dat ze een te vol hoofd hebben en prikkelgevoelig zijn. Zo’n label zegt ook niet heel veel en kan er juist voor zorgen dat het lastig is om iets moois te zien aan jezelf.”

Sarbo ziet haar eigen diagnose inmiddels al lang niet meer als iets negatiefs. ,,Ik ben bijvoorbeeld heel erg creatief en kan veel verschillende dingen tegelijk doen. Misschien komt dat wel door adhd, misschien ook niet.” Zelfs de lastige kanten van adhd zijn voor haar niet langer een probleem. ,,Ik heb nog steeds geen enkel gevoel voor tijd, maar door extreem goed te organiseren – mijn agenda staat vol herinneringen – ontstaat er in mijn hoofd meer ruimte om op tijd te komen. En als ik toch een keer te laat kom, heb ik er meer vrede mee.”

Volgens Sarbo zijn adhd’ers heel waardevol voor de maatschappij. ,,Het zijn de mensen die alleen met een kompas op een schip stapten om aan de andere kant van de wereld te komen. Je moet toch een beetje impulsief zijn en op zoek naar avontuur. Je ziet dan ook vaak dat mensen met adhd creatief en ondernemend zijn. Het zijn pioniers die nieuwe dingen bedenken en zich niet aanpassen aan een hokje. Die mensen hebben we ook nodig op de wereld.”

Adhd Alle Dagen Heel Druk wordt de stoornis adhd wel eens genoemd. Officieel staat de afkorting voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder, oftewel aandachtstekortstoornis met bewegingsdrang. De diagnose wordt twee tot drie keer zo vaak gesteld bij jongetjes als bij meisjes. Maar meisjes kunnen wel degelijk adhd hebben, alleen hebben zij meestal veel minder of geen last van de hyperactiviteit.

Bron: https://www.ad.nl/gezond/waarom-adhd-vaak-veel-later-ontdekt-wordt-bij-meisjes-ze-weten-het-goed-te-verbergen~a5f7150e/

Weg met menstruatieschaamte

Menstruatie nog een groot taboe onder basis- en middelbare schoolleerlingen

Nog altijd heerst er een taboe rondom menstruatie. Vaak begint dit al op de basisschool en zet dit zich voort op de middelbare school. Libresse vindt het belangrijk om hier verandering in te brengen en is daarom verschillende samenwerkingen aangegaan. Als het gaat om menstruatiearmoede levert Libresse samen met de LINDA foundation gratis maandverband aan basisscholen. Om kennis en begrip rond ongesteld zijn onder jongeren te verbeteren geeft Libresse samen met Edulin-Q gastlessen op middelbare scholen.

Invloed van menstruatie op ziekteverzuim

Uit ons onderzoek komt naar voren dat vrouwelijke scholieren zich regelmatig onzeker voelen als zij naar school moeten terwijl zij ongesteld zijn. Sommige meisjes gaan zelfs niet naar school als zij ongesteld zijn. Bij maar liefst 33% van de vrouwelijke scholieren is dit laatste wel eens voorgekomen. Opmerkelijk is dat 23% van deze groep niet naar school gaat als zij ongesteld is omdat zij gedurende de les geen gebruik mag maken van het toilet. Zelfs niet als zij aangeeft ongesteld te zijn. Ook uit het onderzoek van Men-Struatie Voorlichtingsinstituut blijkt dat menstruatie gerelateerd ziekteverzuim hoog is en dat dit zelfs de leerprestaties beïnvloedt [1].

Menstruatie en pesten

Dat meisjes zich onzeker voelen over hun ongesteldheid op school kan ook iets te maken hebben met het feit dat menstruatie en pesten regelmatig hand in hand lijken te gaan. In ons onderzoek gaf 12% van de meisjes namelijk aan dat zij niet naar school gaat als zij ongesteld is omdat zij bang is om gepest te worden of vervelende opmerkingen te krijgen. Bij bijna 10% van de meisjes is dit ook echt wel eens gebeurd. Van de jongens groep gaf 13% aan soms grappen te maken over de ongesteldheid of meisjes hiermee te plagen.

Hoe gaan jongens om met het onderwerp menstruatie?

Het is dus niet alleen belangrijk om het taboe rondom menstruatie te doorbreken onder meisjes. Ook onder jongens is het belangrijk om het onderwerp menstruatie bespreekbaar te maken. Als jongens meisjes niet meer pesten of plagen om hun ongesteldheid zal ook het gevoel van onzekerheid bij meisjes minder worden. Uit ons onderzoek blijkt dat er onder 49% van de jongens ook behoefte is aan lessen over ongesteldheid. De meeste jongens hebben hier behoefte aan omdat menstruatie een effect heeft op hun vriendinnen, zussen en moeders.

Gastlessen op middelbare scholen

Omdat het belangrijk is om het taboe rondom menstruatie onder zowel vrouwelijke als mannelijke scholieren te doorbreken, geeft Libresse gastlessen over menstruatie op middelbare scholen. Deze gastlessen geeft Libresse in samenwerking met Edulin-Q. Tijdens deze gastlessen staan de lichamelijke en emotionele veranderingen in de puberteit centraal. Niet alleen de menstruatiecyclus, maar ook hormonen, seksuele gevoelens en voorkeuren, geslachtsorganen en persoonlijke hygiëne komen aan bod.

Tips voor docenten

Wat kun je nu als docent doen om bij te dragen aan het doorbreken van het taboe? Het doorbreken van het taboe begint met het creëren van meer bewustzijn rondom menstruatie. Een eerste stap richting het creëren van meer bewustzijn is door het organiseren van gastlessen. Naast deze gastlessen is het belangrijk dat elk toilet in het schoolgebouw is voorzien van een prullenbakje, en het liefste ook maandverband. Ook tijdens de les kun je er als docent voor zorgen dat meisjes zich veilig voelen door hen ten allen tijden naar het toilet te laten gaan.

Gratis maandverband voor basisscholen

Libresse draagt graag bij aan het creëren van meer bewustzijn rondom menstruatie op scholen. Als het gaat om menstruatiearmoede en het helpen met gratis producten geeft Libresse samen met de LINDA foundation aan honderd basisscholen gratis maandverband om jonge meisjes die voor het eerst ongesteld zijn en geen geld hebben voor maandverband, hiervan te voorzien. Via de LINDA foundation kunnen basisscholen in contact komen en een aanvraag hiervoor indienen.

Een op de tien studentes in studiejaren zonder instemming gepenetreerd

‘Verkrachting is meestal niet de man in de bosjes’ Ongeveer een op de tien vrouwelijke studenten zegt tijdens de studietijd seksuele penetratie te hebben meegemaakt zonder instemming. Dat meldt I&O Research op basis van een representatieve steekproef onder 1.059 studenten. Bij mannen ging het om 1 procent.

Het onderzoek in opdracht van Amnesty International sluit aan bij eerdere onderzoeksresultaten over seksueel geweld, onder meer van het CBS, zegt Iva Bicanic, klinisch psycholoog bij UMC Utrecht en hoofd van het Centrum Seksueel Geweld. ‘We vinden het alleen niet leuk om die statistieken te horen. Want je denkt: je gaat op kamers, studeren moeten een fijne en veilige tijd zijn. Maar dat is het niet altijd.’

Seksuele penetratie is het het binnengaan van een lichaam − vaginaal, anaal of oraal − met een lichaamsdeel of een voorwerp. Bij verreweg de meeste studenten die hier zonder instemming mee te maken kregen, ging het om een bekende, zoals de partner of iemand die ze net hadden ontmoet. In 10 procent van de gevallen kwam er fysiek geweld aan te pas, maar meestal was er sprake van aandringen, doorgaan zonder de ander iets te vragen of negeren wat de ander aangeeft.

60 procent van de studenten die zonder instemming werden gepenetreerd, ziet het niet als verkrachting. Daar voeren ze allerlei redenen voor aan: van ‘hij drong aan, ik gaf weinig tegengas’, en ‘omdat het mijn huidige vriend was en we er goed over hebben gepraat daarna’ tot ‘ik dacht dat ik het misschien uitgelokt had’.

Reactie van het lichaam

Dit wil niet zeggen dat het geen verkrachting ís, volgens Bicanic. ‘Veel mensen denken bij het woord verkrachting aan de man in de bosjes, aan tegenstribbelen. De feiten zijn anders. Zo doet ongeveer 70 procent van de mensen die wordt misbruikt niets. Bevriezen is een normale, automatische reactie van het lichaam om te overleven.’

We doen als samenleving te makkelijk over verkrachting, vindt ze. Slachtoffers praten zichzelf aan dat het allemaal meevalt. Ook blijkt uit het onderzoek van I&O Research dat vier van de tien slachtoffers er met niemand over hebben gesproken.

Doen ze dit wel, dan krijgt een meerderheid te maken met ten minste één beschuldigende of negatieve opmerking, zegt Bicanic. ‘Zo van: wat dacht je dan dat er zou gebeuren, dat je een kopje thee ging drinken?’

Victim blaming heet dit (het slachtoffer de schuld geven, red.) en het draagt volgens haar bij aan het ontstaan en het in stand houden van psychische problemen. Volgens het onderzoek van I&O Research ontwikkelde driekwart van de studenten problemen nadat ze zonder instemming waren gepenetreerd.

Psychische problemen (52 procent), seksuele problemen (44 procent) en relatieproblemen (37 procent) werden het meest genoemd. Bij 14 procent leden de studieresultaten eronder.

Expertisecentra

‘Sommige mensen kunnen geen seks meer hebben, ze kunnen geen relatie meer aangaan, sommigen moeten stoppen met hun studie of werk’, zegt Bicanic. ‘Mijn promotieonderzoek ging over eenmalige verkrachting. Ik was ervan onder de indruk hoe mensen volledig kunnen vastlopen door iets dat gebeurt op één avond.’

Wat ook blijkt uit de enquête: de meerderheid van de studenten weet niet waar ze een verkrachting kunnen melden. Bicanic roept hbo-instellingen en universiteiten op voortdurend te hameren op het bestaan van expertisecentra, zoals het Centrum Seksueel Geweld, en adviseert slachtoffers om zich zo snel mogelijk te melden. ‘Zoals je het brandwondencentrum belt na een brand. Dat doe je om littekens te voorkomen. Zo is het hiermee ook.’

Bron: de Volkskrant

Link:

Een op de tien studentes in studiejaren zonder instemming gepenetreerd: ‘Verkrachting is meestal niet de man in de bosjes’ | De Volkskrant

A closer look into AD(H)D

Tijdens dit filmpje wordt alles wat u moet weten over ADHD bij kinderen uitgelegd door Thomas E. Brown, PhD. Hij bespreekt de ADHD-diagnose, ADHD-symptomen, beschikbare ADHD-behandelingen en ADHD-medicatie.

 

Homomannen met vaste relatie mogen bloeddonor worden

Homo- of biseksuele mannen in een monogame relatie met een andere man kunnen vanaf september bloed doneren. Uit onderzoek van bloedbank Sanquin blijkt dat dit geen problemen oplevert voor de veiligheid van de bloedvoorziening, schrijft minister Tamara van Ark in een brief aan de Tweede Kamer.

Ben jij benieuwd naar de rest van dit artikel? Lees het hier.