Rubriek: FAQ tijdens onze gastlessen
Deel1: Gastles orgaan- en weefseldonatie & hersendood
Al jaren gaat edulin-Q met jongeren het gesprek aan over orgaan- en weefseldonatie. Dit doen we in samenwerking met de Nederlandse Transplantatie Stichting. Tijdens onze gastlessen Orgaan- en weefseldonatie stellen jongeren veel vragen. Dat is niet gek; zij horen in de gastles dat ze vanaf hun 18e verjaardag met ‘geen bezwaar’ geregistreerd staan in het donorregister. In deze rubriek delen we hoe wij antwoord geven op de meest gestelde vragen van jongeren tijdens onze gastles. We beginnen met het thema hersendood. Om organen en/of weefsels na de dood te doneren, moet iemand hersendood zijn. Veruit de meeste vragen die we krijgen gaan hierover. Van “wat is hersendood precies?” tot “hoe weet men zeker dat iemand hersendood is”. Lees onze blog om te weten hoe wij deze complexe vragen beantwoorden!
Wat is hersendood?
Medisch gezien is er geen onderscheid tussen hersendood en “gewoon” dood. De definitie van hersendood luidt: ‘het permanente einde van de kritieke functies van het organisme als geheel. Iemand is dus hersendood als de hersenen niet meer werken. Voelen, denken, horen is niet meer mogelijk. Er is geen enkele hersenactiviteit. In tegenstelling tot de hersenen van iemand die in coma ligt, is er ook geen kans meer op herstel. Wij merken tijdens onze lessen dat veel jongeren twijfels hebben over de hersendood. Hoe weet je nu zeker dat iemand echt hersendood is? En is hersendood nu wel echt hetzelfde als dood? Twee terechte vragen die we zorgvuldig beantwoorden tijdens de lessen. Laten we beginnen bij de eerste vraag. Het vaststellen van de hersendood.
Waarom hersendood?
Allereerst is het belangrijk te weten waarom hersendood zo een belangrijk thema is als het gaat om orgaandonatie. Om organen te kunnen doneren dienen deze organen te worden voorzien van zuurstofrijkbloed. Als iemand overlijdt stopt de ademhaling en het hart waardoor de organen al snel niet meer geschikt zijn voor donatie. Iemand die buiten het ziekenhuis komt te overlijden, kan per definitie geen organen doneren. Als een persoon echter hersendood wordt verklaard in het ziekenhuis, kunnen de organen kunstmatig voorzien worden van zuurstofrijkbloed waardoor er een orgaandonatie kan plaatsvinden.
Vaststellen van de hersendood
Een gespecialiseerd hersenarts, zoals een neuroloog of neurochirurg, stelt vast of iemand hersendood is. Iemand wordt pas hersendood verklaard nadat meerdere artsen dit hebben gecontroleerd via een vast stappenplan. Dit stappenplan is enorm streng en nauwkeurig opgesteld en is hetzelfde in elk Nederlands ziekenhuis. Dit stappenplan heet het hersendoodprotocol. Tijdens de gastles lichten we kort toe welke stappen er genomen worden voordat iemand hersendood wordt verklaard.
De artsen controleren eerst of er nog reflexen zijn in de hersenstam. Dit doen ze door allerlei testen uit te voeren. Zo schijnen ze bijvoorbeeld in de ogen van een persoon om te kijken of de pupillen kleiner worden. En wordt er gekeken of de ogen nog meebewegen als het hoofd snel wordt gedraaid. Als op deze en meer testen van de reflexen niet wordt gereageerd volgt stap 2. De artsen onderzoeken of er nog elektrische activiteit is en of er bloed door de hersenen stroomt. Is dat niet het geval dan onderzoekt de arts tot slot of de persoon nog zelf kan ademen. Tijdens dit onderzoek gaat de persoon korte tijd van het beademingsapparaat af. Voordat dit gebeurt, zorgt de arts dat er voldoende zuurstof in het bloed zit. Pas daarna gaat het beademingsapparaat uit en meet de arts in de luchtpijp of de persoon ademt. Tijdens de test wordt het zuurstofgehalte in het bloed gecontroleerd. Ademt de persoon niet zelfstandig? Dan is hij hersendood. Dat moment van de test geldt als officieel overlijdenstijdstip. Daarna wordt de beademingsmachine weer aangesloten zodat de organen goed blijven. Voor het volledige hersendoodprotocol kun je een kijkje nemen op de website van de overheid.
Is hersendood hetzelfde als dood?
Wetenschappelijk gezien is hersendood de wetenschappelijke term voor wat wij in de volksmond dood noemen. Edulin-Q hanteert in de gastles deze wetenschappelijke benadering van de dood. Daarbij maken we jongeren duidelijk dat hersendood aan te tonen valt, hoe dit aangetoond wordt én dat het aannemelijk is dat hersendood beslissend is voor de dood. Echter respecteren en bieden we ruimte voor jongeren die andere opvattingen hebben over de dood. Denk hierbij aan religieuze opvattingen waarbij gedacht wordt dat er een ziel bestaat die zich na de dood losmaakt van het lichaam. Volgens deze opvatting spreekt men pas van de dood als dit gebeurd is. Edulin-Q stimuleert jongeren om hun eigen mening te vormen over orgaandonatie, zoveel mogelijk los van sociale druk. Dat doen we door gespreksvorming waarin argumenten voor of tegen orgaandonatie besproken worden. Deze oefening in meningsvorming in combinatie met meer kennis helpt jongeren een eigen keuze te maken en de keuzes van anderen te respecteren.
Bronnen:
https://www.transplantatiestichting.nl/orgaan-en-weefseldonatie/hoe-gaat-orgaandonatie/vaststellen-hersendood